Inspirerende Hippische Leergang Houding en Zit

Verbeter de combinatie, begin bij jezelf: dat was het thema van de Hippische Leergang Houding en Zit, die donderdagavond 20 juni plaatsvond bij de KNHS. Een geliefd onderwerp, want er was een wachtlijst. “Slechts” honderdvijftig instructeurs en andere geïnteresseerden konden aanwezig tijdens de interessante en inspirerende bijeenkomst, waarbij Lammert Haanstra, voormalig voetbaltrainer Foppe de Haan, arts Sigfried KuldipSingh en fysiotherapeut Mechteld Jonker aan het woord kwamen.

Hoewel het Nederlandse voetbal elftal in actie kwam tijdens het WK Vrouwen, was oud voetbalcoach Foppe de Haan present om zijn visie te geven op trainen en coachen. ‘Afspraak is afspraak’, zo zei hij, ‘al moet ik zeggen dat ik deze afspraak niet had gemaakt als ik dit had geweten.’ Hij voegde eraan toe: ‘Ik heb veel spreekbeurten gegeven, en dat is altijd voor een zaal met overwegend mannen. Hier is het andersom, heel bijzonder.’ De Fries vertelde vol vuur en enthousiasme. Al viel hij even stil toen het ging over zijn connectie met de paardensport. ‘Via een fonds voor gehandicapte kinderen ken ik Rixt van der Horst, de para-amazone. Ooit was ik, samen met mijn vrouw en Lammert, bij een training van Rixt. Vol bewondering hebben we staan kijken hoe ze haar paard reed. Ze heeft bijna geen kracht, maar haar paard deed precies wat ze wilde. Dat is gevoel! Het was fantastisch, ik kan er weer emotioneel van worden.’

Dat gevoel bracht Foppe bij de vijf F’en van Foppe. De eerste: Feeling ofwel gevoel. ‘Waarom wil je gaan voetballen, paardrijden? Omdat je het mooi vindt. Ik ben voetbaltrainer geweest van mijn 30e tot mijn 74e, dat houd je alleen vol omdat je het leuk vindt. Je doet het met je hart, het wordt van jou. Maar het gaat nooit vanzelfsprekend, het kost moeite.’ Foppe blikte terug op de tijd dat hij docent was bij het CIOS. Met toptrainers, als Henk Gemser, werkte hij bij de sportafdeling. ‘Een collega van de afdeling sportieve recreatie zei ons: van een schouderklopje krijg je geen blessure. We zijn slecht in complimentjes geven. Ja, wel duimpjes op Facebook, maar verder niet.’

De tweede F is van Functie. ‘Waarom doe je wat je doet, wat is de bedoeling. Bedenk wat je kan, wat je wilt verbeteren en hoe je dat kan doen. Daarmee stimuleer je mensen om van te voren na te denken. Aan het begin van een training bespreek je – het kan heel kort – wat wil je bereiken en hoe pakken we dat aan, aan het eind geef je opdrachtjes mee’, aldus Foppe, die daarmee direct bij de F van Future ofwel toekomst kwam. ‘Welke dingen moet je doen om straks dit of dat te kunnen, dat vergt planning en organisatie. Onthoud daarbij: mislukken hoort bij lukken, die twee liggen heel dicht bij elkaar. Maar denk in wél kunnen, denk in ontwikkeling. Je kan meer dan je denkt.’ De vierde F staat voor Feedback. ‘Wat was het doel, wat hebben we gedaan, wat lukte wel, wat lukte niet? En wat is het plan om ’t beter te maken? Het hoeft maar kort, vijf minuutjes, maar motiveert om weer aan de slag te gaan.’

Foppe besloot met de F van Fijn. ‘Plezier, leuk, vergeet nooit waarom je met deze sport bent begonnen. Omdat je het leuk vindt.’

Scharrelkinderen 
Lammert Haanstra is bekend als instructeur, ruiter, opleider (van mens en paard) en longeer-specialist. ‘Als we beter willen paardrijden, moeten we ook aandacht hebben voor onszelf, de ruiters. We fokken de beste paarden ter wereld. Ze zijn gevoelig, atletisch, scherp. Maar die toppaarden verdienen gelijkwaardige ruiters, qua motoriek, coördinatie, mentaal haptonomische kwaliteiten. We leven in een computer tijdperk en dat is funest voor de algemene haptonomische ontwikkeling van kinderen. Ze moeten spelen, ravotten, fietsen, buiten zijn, vallen en weer opstaan. Maar ze hebben een elektrische fiets en turen de hele dag naar het scherm van de computer of de telefoon. De scharrelkinderen zijn de toppers van de toekomst.’ Lammert trok de parallel met veulens en jonge paarden: die moeten ook bewegen, sprintjes trekken, over een boomstammetje springen, stoeien, sociale contacten hebben. ‘De veulens worden steeds vroeger geboren, want dan staan ze er zo mooi voor tijdens de keuring of veiling. Maar als je pech hebt – een nat voorjaar – dan missen ze een cruciale periode in hun ontwikkeling. Dat worden nooit de toppers.’

‘Als je je lichaam kent en beheerst kun je een betere ruiter worden. Dan kun je in harmonie met je paard zijn. Als je in disharmonie bent, houd je tegen: het paard kan niet recht en over de rug lopen. Alles wat je voor tegenhoudt, kom je achter tekort. Als de ruiter gespannen is, dan mist hij het gevoel in de beweging en kan niet in gesprek komen met het paard’, aldus Lammert. ‘Een betere basisopleiding van ruiter en paard, zal zorgen voor meer harmonie in de paardensport. De huidige instructeurs hebben een zwaardere taak dan vroeger. Wij hoefden alleen aandacht te besteden aan het paarden, nu moet de instructeur ook aanwijzingen voor de ruiter geven.’

Bekken
Vervolgens kwam aan het woord Sigfried KuldipSingh, Musculo Skeletaal arts in Heerenveen. Musculo Skeletale Geneeskunde  is een medisch specialisme dat zich richt op pijnvermindering en functieverbetering van klachten van het bewegingsapparaat. Sigfried legde uit dat iedere zenuw begint bij de hersenen en via de wervelkolom naar spieren en organen in het lichaam gaat. Een beknelling (blokkade) van een zenuw kan uitstralingspijn en disfunctioneren van organen of spieren tot gevolg hebben. Hij richt zich – héél kort gezegd – op chronische pijn vanuit beknelde zenuwen; scheef bekken (houding en beweging) en functiebeperkingen bij sporters.

Bij ruiters is een van de grootste problemen een scheef bekken, zo vertelde de arts. Het bekken is het fundament van het lichaam. Hij vergeleek het met de bodemplaat van een auto: ‘Als de bodemplaat scheef is, krijg je de auto nooit goed uitgelijnd. Een scheef bekken verstoort de balans en het lichaam gaat compenseren.’ Als het bekken (horizontaal) scheef staat, zal dat worden gecompenseerd in de schouders, die gaan “tegen” hangen. Het lichaam “wil” namelijk altijd het hoofd – lees: de ogen – horizontaal houden. Een scheef bekken heeft een verstoorde bewegingsketen tot gevolg, met klachten als ochtendstijfheid, sneller een vermoeide rug, liesklachten en een verstoorde balans op één been. Voor een ruiter kan het betekenen: scheve zit, ongelijke beenhulp, stijve onderrug, moeite met bekken kantelen. Sigfried legt uit dat bij scheefheid in bekken en rug als het ware een veiligheidspalletje op slot gaat, waardoor het lichaam zich vast zet. En van harmonie met het paard dan geen sprake meer kan zijn. Als instructeur is het van belang om te kijken of een combinatie in balans is. ‘Bekijk daarvoor van voor of achter gezien de assen: schouders, heupen, bekken, knieën, voeten. Het is moeilijk om te zien of iemand helemaal recht is. Daarbij komen ook nog de factoren paard en zadel.’ Later, tijdens het praktijkgedeelte zou Sigfried nog toevoegen: ‘Ik zie de combinatie ruiter-paard als één bewegingsketen. Als de ruiter scheef zit, zal het paard dat compenseren. Zorg je dat de ruiter recht zit, dan zal het paard even tijd nodig hebben om ook weer recht(er) te worden.’

Brug 
‘Het begint bij het paard, het eindigt bij de ruiter en het zadel zit ertussen’, zo begon Mechteld Jonker, fysiotherapeut en zadelpasser uit Sint Nicolaasga, haar verhaal. ‘Van nature wil het paard vluchten: dat betekent stuwen. Maar dat willen wij niet, wij willen dat het paard ons draagt. En dat kan alleen als de rug een brug kan zijn. Als het paard de rug kan bollen, het bekken kantelen en de hals laten zakken, dan kan het ons tillen. Hoe beter ruiter en paard ontspannen, des te beter het gevoel en des te kleiner de hulpen kunnen zijn. Als het lichaam van de ruiter niet functioneert, kan de ruiter het paard niet (optimaal) volgen. Om makkelijk te kunnen meegaan met de beweging, moet de ruiter in de middenpositie, in balans zitten. Niet alleen links/ rechts, maar ook voor- en achterwaarts.’ Tijdens het praktijkgedeelte toonde Lammert een simpele oefening om dat te testen: laat de ruiter twee keer staan tijdens het lichtrijden. De ruiter die niet voor-/achterwaarts in balans is, “valt” achterover.

Mechteld benadrukte dat het belangrijk is aandacht te besteden aan de rechtheid van ruiter en paard. ‘En dat begint bij de ruiter. Niet alles is op te lossen, er zal altijd enige scheefheid blijven, maar je moet het wel zo goed mogelijk doen.’

In de praktijk
Na een korte pauze werd het programma vervolgd in de baan, waar in drie groepjes vijf combinaties in actie kwamen. Kim Jacobi beet het spits af met Horses2Fly Apres Minuit a.k.a. Appie. ‘Een Penny-verhaal: we hebben hem zelf gefokt en tot het Z1 had ik nooit gedacht dat we ooit Grand Prix zouden worden. Toch is het gelukt. Maar we crossen ook graag door het bos, en hij loopt dag in de wei. Hij is gewoon paard. Toen hij beter begon te dragen, vond ik het moeilijker om zijn bewegingen te blijven volgen. Op een gegeven moment dacht ik: oh Kim, je moet je buikspieren gaan trainen. Zo ben ik met mijn paard meegegroeid. Door te blijven voelen, naar mezelf te blijven kijken, bewust zijn van je houding en zit, je ademhaling. Het is een voortdurend proces.’

In volledige harmonie reed Kim Appie los, om vervolgens meer verzameling en enkele oefeningen te tonen. Lammert was enthousiast. En hij vulde aan: ‘Lichaamsbeheersing kost tijd. Rijden is vakmanschap en dat kost tijd.’

Twee jonge ponyamazones, beiden Z-dressuur, Marilee de Vries met Dulce Evita’s Dance en Elin Brander met Coelenhage Parco, lieten zich door de toeschouwers niet van de wijs brengen en kweten zich uitstekend van hun taak. Zij kregen niet alleen aanwijzingen van Lammert, maar werden ook door Foppe onder handen genomen. Hij liet ze verschillende oefeningen zien om de core stability (de rompstevigheid) te verbeteren. Nog best moeilijk met die stijve rijlaarzen en sporen aan. Vol bewondering genoten de aanwezigen van de passie en het fanatisme van de bijna 76-jarige trainer.

Tenslotte kwamen Maud Jacobi met Freddie en Akkelien Heeres en haar Fries Nanning fan Hylpen in de baan, die ook beiden op Z-niveau rijden. Maud gaf aan dat zij té soepel in de rug is en bij spanning haar schouders optrekt. Ook hier blijkt de oplossing: trainen voor core stability, focus, aandacht aan besteden en blijven oefenen.

‘Ik doe teveel’, zo gaf Akkelien aan, ‘dan vind ik het moeilijk om te ontspannen. Ik probeer op mijn ademhaling te letten en mezelf lang te maken.’ Oefenen, oefenen, oefenen, met verstand. Zoals gezegd: vakmanschap is meesterschap en dat kost tijd.

Ter afsluiting kwamen alle aanwezigen in de bak voor enkele oefeningen onder leiding van de onvermoeibare Foppe. Waarna de aanwezigen met veel inspiratie en ideeën huiswaarts keerden.

 

Dit was voor nu de laatste Hippische Leergang. In het najaar starten we weer met een nieuw seizoen. Houd hiervoor onze website en social media in de gaten. (De vierdaagse Hippische Leergang Massagetechniek door Judith van Aarle loopt nog, maar daarvoor kan je je niet meer aanmelden.)

Geplaatst op: